Morde Code Training Set AN/GSC-T1


Het doel van de Code Training Set AN/GSC-T1
is het geven van operators en anderen met een apparaat voor het oefenen van transmissie en ontvangst van internationale morsesignalen, zowel visueel als audio methoden om de codesnelheid te behouden nadat de schooltraining is voltooid. Tot de uitrusting behoren handtelegraafsleutels waarmee elk lid van een oefengroep van tien toetsen het circuit.
Het handmatig intoetsen produceert een audiotoon die in toonhoogte en volume instelbaar is, of een knipperlicht knippert zichtbaar voor alle leden van een oefengroep. De audiotoon is geleverd door een luidspreker met voldoende volume om de kamer te overwinnen geluiden.
De unit kan buiten gebruikt worden met leden van de praktijk groep op 12 meter afstand, en met omgevingsgeluidsniveaus van 60 decibel.

 

Wat was het principe achter morse code?

De morsecode werd in de 19de eeuw uitgevonden door de Amerikaan Samuel Morse. De telefoon was nog niet uitgevonden, maar de elektriciteit al wel en daarom werden berichten doorgestuurd met draden hangend aan telegraafpalen. Deze draden konden geen tekst overbrengen, maar wel elektrische signaaltjes. Die signalen bestonden uit korte en lange stroomstootjes.
De ontvanger zette de stroomstootjes over op een graveernaald die ze op een vel papier afdrukte.
Bij de telegraaf kon men alleen maar kiezen uit twee toestanden: sleutel naar beneden (= stroom) of sleutel niet bediend (= geen stroom) en tijdsduur (kort of lang). Telegrafie wordt algemeen beschouwd als een voorloper van de latere digitale communicatie.

De Nederlandse marine en luchtvaart heeft rond het jaar 2000 het morse officieel buiten gebruik gesteld voor radioverbindingen en vervangen door andere communicatiemethoden. Dit is gebeurd naar aanleiding van de wijziging van voorschriften van de internationale maritieme organisatie SOLAS. De aanwezigheid van morse-apparatuur is niet langer vereist. Een groot voordeel is dat men geen marconist meer aan boord hoeft te hebben. Morse wordt nog wel gebruikt binnen de Koninklijke Marine (voor lichtmorsecommunicatie) en bij radiozendamateurs.

Morsesignalen kunnen op verschillende manieren verzonden worden: als een audiosignaal, een vast radiosignaal dat aan en uit geschakeld wordt (bekend als 'continuous wave' of CW), een elektrische puls via een telegraafdraad, of als een mechanisch of zichtbaar signaal, zoals een seinlamp.

Naast het gewone morse werd ook een uitgebreid commercieel codesysteem ontwikkeld, dat complete zinnen codeerde in groepjes van vijf letters elk. Telegrafisten kregen zo te maken met 'woorden' als BYOXO ("Are you trying to crawl out of it?"), LIOUY ("Why do you not answer my question?") en AYYLU ("Not clearly coded, repeat more clearly"). Het doel van deze codes was te besparen op de transmissiekosten. Voor met name het radio-verkeer werden Q-codes door de CCIR gedefinieerd voor allerlei standaard vragen en antwoorden.

Daarnaast ontstond voor meer informele contacten samentrekkingen, vereenvoudigingen en afkortingen voor veel gebruikte termen. Vele ervan worden nu nog veelvuldig in met name Engelstalige landen gebruikt en op chatkanalen. Enkele voorbeelden zijn CU (see you), 73 (kind regards), FYI (for your information), 88 (love and kisses), TTYL (talk to you later), ANT (antennae), ham (Radioamateur), TOF (Try Other Foot, bij slecht seinschrift), CUAGN (see you again)....

Radioamateurs gebruiken ook nog altijd de 'Q-code'. Daarnaast is een systeem in gebruik voor service-informatie zoals de kwaliteit van de verbinding: RST (readability, signal and tone quality).

De Internationale Morsecode wordt, in die situaties waar morse nog in zwang is, vandaag de dag nog altijd gebruikt. Omdat het alleen afhankelijk is van een vast ongemoduleerd radiosignaal, vereist het minder apparatuur om morse te verzenden en te ontvangen dan andere vormen van radiocommunicatie en kan het gebruikt worden in situaties met een slechte signaal-ruisverhouding; het vereist bovendien heel weinig bandbreedte. Bepaalde gedeelten van het radiospectrum zijn gereserveerd voor de overdracht van morsesignalen, bijvoorbeeld voor de scheepvaart tussen 405 en 535 kHz met een noodfrequentie op 500 kHz.

 

Timing en codering:
Morse kent twee symbolen: punten en streepjes, ofwel dits en dahs. De lengte van de 'dit' bepaalt de snelheid waarmee de boodschap wordt verzonden en wordt als 'eenheid' gebruikt. De snelheid van morsecode wordt uitgedrukt in woorden per minuut (wpm) en geeft aan hoe vaak het standaardwoord PARIS in één minuut gezonden kan worden.

Een dah is volgens de afspraken drie keer zo lang als een dit. Spaties tussen dits en dahs binnen een lettercode hebben de lengte van één dit, spaties tussen letters in een woord hebben de lengte van 3 dits (één dah), en spaties tussen woorden zijn 7 dits lang.

De Q-codes zijn vastgesteld door de internationale organisatie ITU-R en vormen een korte en duidelijke aanduiding voor vragen en antwoorden. Het werd oorspronkelijk gebruikt bij telegrafie morse verbindingen om steeds terugkomende vragen en antwoorden op snelle wijze over te kunnen seinen. Dit was zowel kort en bondig, als ook gevrijwaard van enige verwarring. Om dit zo te houden heeft de ITU-R bij het toekennen van roepnaam-series de Q overgeslagen bij de landentoekenning.

 

Bij radioamateurs is het ook een gebruik geworden om bij spraakverbindingen (telefonie) de Q-codes te gebruiken.

 

Zonder vraagteken is de code een mededeling, dus bijvoorbeeld QTH Rotterdam. Wanneer een Q-code wordt gevolgd door een vraagteken (?) dan is een antwoord op de vraag verplicht met eventueel toegevoegd een cijfer met de volgende betekenis:

CODE  BETEKENIS

1        zeer weinig

2        gering

3        matig

4        hevig

5        zeer hevig

 

CODE  BETEKENIS

QRA?  Wat is de naam van uw station?

QRA    De naam van mijn station is …

QRB?  Wat is de afstand tussen onze stations?

QRB    De afstand tussen onze stations is …

QRG?  Wat is mijn frequentie?

QRG    Uw frequentie is …

QRH?  Varieert mijn frequentie?

QRH    Uw frequentie varieert.

QRI?   Wat is de toon van de door mij uitgezonden signalen?

QRI     De toon van de door u uitgezonden signalen is … (1 = goed, 2 = niet zuiver, 3 = slecht).

QRK?  Wat is de leesbaarheid van mijn signalen?

QRK    De leesbaarheid van uw signalen is … ( 1 t/m 5).

QRL?   Is deze frequentie in gebruik?

QRL    Ja, deze frequentie is in gebruik.

QRM?  Heeft u last van storing?

QRM   Ik heb last van storing … ( 1 t/m 5).

QRN?  Heeft u last van atmosferische storing?

QRN    Ik heb last van atmosferische storing … ( 1 t/m 5).

QRO?  Kunt u het vermogen van de zender verhogen?

QRO    Ik vergroot mijn zendvermogen.

QRP?   Kunt u het vermogen van de zender verlagen?

QRP    Ik verlaag mijn zendvermogen.

QRQ?  Kunt u sneller seinen?

QRQ    Ik zal sneller seinen.

QRS?  kunt u langzamer seinen?

QRS    Ik zal langzamer seinen.

QRT?   Zal ik stoppen met zenden?

QRT    Ik stop met zenden

QRU?  Heb u nog berichten of anderen informatie voor mij?

QRU    Ik heb geen berichten of andere informatie voor u.

QRV?  Bent u beschikbaar?

QRV    Ik ben beschikbaar.

QRW?  Zal ik … mededelen dat u hem op … kHz/MHz oproept?.

QRW   Deel … aub mee dat ik hem op … kHz/MHz aanroept.

QRX?  Wanneer roept u mij weer? Zal ik wachten tot u mij opnieuw aanroept?

QRX    Ik zal u weer roepen om … uur op … kHz/MHz.

QRY?   Wanneer ben ik aan de beurt?

QRY    Uw beurt is nummer …

QRZ?  Door wie word ik aangeroepen?

QRZ    U wordt aangeroepen door …

QSA?  Wat is de sterkte van mijn signaal?

QSA    De sterkte van uw signaal is … ( 1 t/m 5).

QSB?  Heeft mij signaal last van fading?

QSB    Uw signalen hebben … last van fading … ( 1 t/m 5).

QSD?  Zijn mijn signalen verminkt?

QSD    Uw signalen zijn verminkt.

QSK?  Kunt u mijn ontvangen tussen uw tekens door? Indien ja, mak dan break in werken?

QSK    Ik kan u ontvangen tussen mijn tekens door. U mag break in werken.

QSL?   Kunt u de ontvangst bevestigen?

QSL    Ik zal uw ontvangst bevestigen.

QSO?  Kunt u rechtstreeks werken met … (roepnaam)?

QSO    Ik kan rechtstreeks werken met … (roepnaam).

QSP?   Wil u mijn bericht doorsturen?

QSP    Ik zal uw bericht doorsturen.

QSQ?  Heeft u een dokter aan boord?

QSQ    Er is een dokter aan boord.

QST    Door ARRL geadopteerde code met de betekenis: Algemene oproep voorafgaande aan een boodschap bestemd voor alle radioamateurs.

QSU?  Zal ik zenden op … kHz/MHz?

QSU    Gaat u zenden op … kHz/MHz.

QSV?  Zal ik een serie V’s geven?

QSV    Geef een serie V’s.

QSW?  Wilt u op … kHz/MHz zenden?

QSW   Ik ga op … kHz/MHz zenden.

QSX?  Wilt u naar … (roepnaam) luisteren op … kHz/MHz?

QSX    Ik luister naar … (roepnaam) op … kHz/MHz.

QSY?   Zullen we veranderen van frequentie naar (frequentie)?

QSY    We gaan van frequentie veranderen.

QTC?   Hoeveel berichten heeft u voor mij?

QTC    Ik heb … berichten voor u.

QTE?   Wat is de peiling in graden ten opzichte van uw station?

QTE    Uw peiling ten opzichte van mijn station is … graden.

QTH?  Wat is de locatie van het station?

QTH    Mijn locatie is …

QTR?   Wat is de juiste tijd (in UTC)?

QTR    De juiste tijd is … UTC.