Projector,Infantry,Anti-Tank Mk 1 (PIAT)


De Projector,Infantry,Anti-Tank Mk 1 (PIAT) was een Brits antitankwapen dat op de een of andere manier langs de gewoonlijk stricte wapenselectieprocedures van het War Office glipte, het was een product van de ongewone afdeling die in de volksmond 'Winston Churchills speelgoedwinkel' werd genoemd.
Het was erop ontworpen om het pantserdoorborende effect van de holle-ladinggranaat uit te buiten, en vuurde een flinke granaat af die het pantser van vrijwel alle toenmalige tank kon penetreren.
Daarmee was het een wapen in dezelfde klasse als de Amerikaanse bazooka en de Duitse Panzerfaust. De PIAT gebruikte evenwel een veermechanisme in plaats van chemische energie om zijn granaat af te vuren, aangezien het op het spie-mortierprincipe werkte.

Bij deze methode werd de PIAT-granaat afgevuurd uit een open goot, door een centrale spie gesteund tijdens het begin van zijn beweging. De trekker ontspande een krachtige veer, die de spie tegen de voortstuwingslading sloeg en zo de granaat uit de goot vuurde. De lading spande de veer opnieuw zodat er een nieuwe granaat afgevuurd kon worden.
De PIAT was vooral bedoeld als antitankwapen,maar kon ook HE- en rookgranaten afvuren,wat hem veel veelzijdiger maakte dan veel van zijn tijdgenoten.Het was een bijzonder bruikbaar wapen bij straatgevechten en stedelijke oorlogvoering,omdat de voorste steun uitgeschoven kon worden en dan een zekere mate van elevatie bood bij gebruik in krappe ruimtes.
De PIAT kwam in de plaats van het Boys antitankgeweer als het standaard antitankwapen van de infanterie, en het werd op grote schaal verstrekt aan het Britse en sommige Gemenebestlegers. Het was evenwel geen populair wapen, want het was zwaar en moest door twee man bediend worden.
De voornaamste reden voor zijn impopulariteit was de krachtige veer. Er waren twee man voor nodig om die te spannen.
Als een granaat weigerde, was het wapen vrijwel onbruikbaar, omdat het spannen van de veer in de nabijheid van de vijand gevaarlijk was. De PIAT werd ook buiten de infanterie gebruikt, en was vaak het voornaamste wapen van lichte pantserwagens.
Het wapen werd ook beperkt ingezet op carriers, die tot wel veertien PIAT's op een onderstel monteerden als een mobiele mortierbatterij. De PIAT bleef tot enkele jaren na de oorlog in gebruik bij het Britse leger. Hoewel het een effectieve tankkiller was, gebruikte het een principe dat door geen enkele andere ontwerper werd gebruikt. Maar hij had het voordeel dat hij in grote aantallen geproduceerd kon worden en tegen vrij lage kosten in een tijd waarin er veel behoefte was aan anti-tankwapens van dit type.