Canadian Military Pattern truck (CMP)

De Canadian Military Pattern truck was een klasse van militaire voertuigen die tijdens de tweede wereld oorlog zijn geproduceerd in Canada. In de oorlog zijn bijna 400.000 exemplaren van deze klasse van de lopende band  gerold. De voertuigen werden vooral in de fabrieken van Amerikaanse autofabrikanten in Canada geproduceerd, veelal naar Brits ontwerp. De voertuigen zijn door Britse en gemenebest-strijdmachten gebruikt op bijna alle strijdtonelen.

De CMP was een Canadese legertruck, gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze vrachtwagens zijn ontworpen en vervaardigd in Canada en voor allerlei doeleinden gebruikt.
Voor vervoer van bemanning en materiaal, ketelwagen voor water en benzine, mobiele werkplaats, trekker voor kanonnen, zelfrijdend, radiowagen met zend/ontvanger.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze in massa geproduceerd, ca. 209.000, in de jaren 1941-'45 door Ford Motor Company of Canada Ltd en General Motors Products (Chevrolet).
Bij de bevrijding van Noord-Nederland door de Canadezen in april 1945 werden de vrachtwagens in groten getale ingezet.
De vrachtwagens werden vervaardigd met standaardbenodigdheden, zowel Fords als Chevrolets, in verschillende uitvoeringen.

Er waren 3 basismodellen, die alleen verschilden in wielbasis.

  • de 8-cwt,
  • 15-cwt
  • 60-cwt of 3-tonner

  • (CWT=honderdgewicht = 112 pond = ca. 50 kg, bijvoorbeeld 15-cwt = 750 kg = 3/4 ton) Het chassis, de cabine, de kasten en de accessoires waren voor beide merken hetzelfde, alleen de motoren, versnellingsbakken en assen verschilden.
  • Standaard: benzine, 4 versnellingen, de bulkproductie was 4x4

 

Na de 2-de wereldoorlog zijn de CMP's (en Dodge's) in grote aantallen overgenomen door het Nederlandse leger. Het was een zware opgave om in Nederland een krijgsmacht op te bouwen. Er was gebrek aan alles. Gelukkig bracht Brits en Canadees oorlogmaterieel, dat tegen voordelige voorwaarden werd verkregen, de nodige uitkomst. De veelal gebruikte auto's waren afkomstig uit legerdumps en bijeengebracht in Amersfoort, waar vastgesteld wat voor de Koninklijke Landmacht bruikbaar was en wat niet. Het afgestoten materieel vond via verkoop door het Ministerie van Financien zijn weg naar de burgersector, waar eveneens een grote behoefte aan voertuigen bestond. Een groot gedeelte van de voertuigen kwam terecht in het toenmalige Nederlands Indie (Politionele actie's, 1947). Daar hebben de auto's de nodige prestatie's geleverd. ' Borst bloot, buik op 't stuur, poot op 't gas, en maar scheuren !' zeiden de toenmalige chauffeurs. Heel wat voertuigen zijn daar verongelukt.
De meeste zijn niet gerepatrieerd.

Dat is de reden dat anno nu de Ford's en Chev's, althans in Nederland, zeldzaam zijn.

 


Chevrolet C8A, Truck Heavy Utility, Personnel, 4x4, C8A-pers.

weight 2700 kg

length 4140 mm

width 2006 mm

height 2286 mm

wheelbase 101" (2565 mm)


Chevrolet C8A HUW Heavy Utility Wireless Radio-car with send/receiver


Truck, 15-CWT, 3/4 ton, 4x4, Chevrolet, model BQ-1001 up.

weight 3361 kg

length 4267 mm

width 2235 mm

height 2311 mm

wheelbase 101" (2565 mm)


Chevrolet C60S-LAAT, tractor, light AA, 3 ton, 4x4, model BQ-1001-UP

weight 4650 kg

length 5207 mm

width 2235 mm

height 2565 mm

wheelbase 134" (3404 mm)


Chevrolet C60X, Mobiele werkplaats,  3 ton, 6x6, lorry, 6-WH

100 hp/3000 rpm ,GMC 270

weight 13190 lbs

length 245"

width 90"

height 125"

wheelbase 160"


Ford, Field Artillery Tractor, (FAT, 3 ton, 4x4) FGT-FAT. 1942-'45, mod. R.

tractor for 25-ponder canon

weight 4899 kg

length 4445 mm

width 2286 mm

wheelbase 101" (2565 mm)


De Ford en Chevrolet voertuigen hadden een standaardbestuurderscabine. Er waren drie versies met de aanduiding: nummer 11, 12 en 13 respectievelijk. De eerste twee ontwerpen waren in grote mate identiek, met uitzondering van de bescherming van de radiator. De cabine met nummer 13 werd begin 1941 geïntroduceerd en bleef tot aan het eind van de oorlog in gebruik. Alle voertuigen hadden een frontstuurcabine. Dit maakte het voertuig compacter, waardoor ze minder ruimte innamen op de schepen tijdens het transport naar Europa. Vanwege de grote motor was de cabineruimte krap

.De CMP-voertuigen van Ford hadden een V8 benzine motor van 95 pk. Chevrolet gebruikte een zescilinder in lijn-benzinemotor met een vermogen van 85 pk bij 3.400 toeren per minuut.

Chevrolet CMP-bergingsvoertuig met cabine nummer 13