Klik op de plaatsjes voor de website van het museum.

Zwitserland


Dit is een uitgebreid museum dat naast het materieel van het Zwitserse leger ook heel veel materiaal van buitenlandse mogendheden heeft, waarvan veel uit de Tweede Wereldoorlog.

Opgesteld zijn onder andere een Panther, een Sherman, een T34, een Jagdpanther, een Panzer IV, een Centurion, een Hetzer, een Flakpanzer 68, een Centurion bridgelayer en een T54. Daarnaast hebben ze een volledig operationele Königstiger.

Voor de actuele bezoekersinformatie, kunt u terecht op de website.

Let op eerst aanmelden !!
Anders kunt alleen het buiten museum bezoeken


Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Faulensee-artilleriefabriek gebouwd, dat in 1942 in gebruik werd genomen.  Bijzonder is de 160 meter lange verbindingstunnel. In het oorlogsjaar 1941 werd het casco van de fabriek in een recordbouwtijd van ongeveer zes maanden gebouwd.  Tijdens de Koude Oorlog was de geheime faciliteit een belangrijke basis voor de operationele verbodsmissie van Reduit Brigade 21.
De snelle ontwikkeling van wapensystemen, maar ook de veranderende dreiging, waren de reden dat het object eind 1993 na ruim 50 jaar dienst buiten gebruik werd gesteld. Sinds 2001 is het interessante werk, dat uniek is als gebouwtype, te bezoeken als historische en culturele getuigenis van nationaal belang.
 De bezoekers worden in een groep door een gids rond geleid.


De variatie aan bunkers in Zwitserland

 

De overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog kan je nog overal vinden, zoals in de vorm van overgebleven bunkers.
Zwitserland heeft echter wel heel creatieve bunkers. Op het eerste gezicht zou je namelijk niet zeggen dat het bunkers zijn, sterker nog, ze lijken eerder op gezellige chaletjes in de bergen. Naast de bunkers met een uiterlijk als chalet zijn er ook bunkers die helemaal in de natuur opgaan. De bunkers gaan zo neutraal op in de omgeving, dat ze uitermate goed passen bij de natuurlijke uitstraling van Zwitserland. Wat wordt er tegenwoordig eigenlijk nog met die bunkers gedaan?

 

In de jaren 60, wanneer de spanningen tussen de Sovjet-Unie en het Westen hoog opliepen, begon het land in ijltempo schuilplaatsen te bouwen. Gemeenten werden zelfs verplicht om er te bouwen voor hun inwoners. Vanaf een bepaalde grootte moeten huizen verplicht een schuilkelder hebben. ‘Neutraliteit is geen garantie tegen radioactiviteit’, luidt een oude Zwitserse.
Zo zijn er 60 jaar later 365.000 schuilkelders, die plaats bieden aan 9 miljoen mensen. Dat is ruim genoeg voor de 8,6 miljoen inwoners. Al zijn er wel regionale verschillen. Wie in Genève woont, moet het meest opletten. Daar heeft ‘slechts’ 75 procent van de burgers een plaatsje in een bunker.

Hoewel het voornaamste doel van een schuilkelder is om dekking te zoeken bij een (kern)oorlog of tegen radioactiviteit, gaven de Zwitsers de afgelopen jaren vaak een andere invulling aan hun bunkers. Zo werden ze ingezet als militaire barakken, opvangcentra voor asielzoekers en zelfs als wijnkelders. Zwitserland kan wel een wet activeren die vraagt om alle kelders binnen de vijf dagen gebruiksklaar te maken. Een wet die het land nog nooit heeft geactiveerd.

Wanneer een Zwitser een pot confituur uit zijn kelder gaat halen, moet hij vaak een zware betonnen deur opentrekken. Elke schuilkelder heeft verplicht ook een kleinere nooduitgang en een ventilatiesysteem. Sommigen plaatsen er ook rekken die gemakkelijk kunnen worden gebruikt als stapelbedden.

Hangaars in bergwanden

Zwitserland kwam de Tweede Wereldoorlog neutraal door, maar dat betekende niet dat het gevaar in de ogen van de Zwitsers verdwenen was. In tegendeel: de nucleaire dreiging van de Koude Oorlog deed de Zwitsers besluiten dat er voor elke Zwitserse burger een veilige plek in een bunker beschikbaar moest zijn. Dat lukte ook daadwerkelijk: onder vrijwel elk huis ligt een schuilkelder waar de bewoners dekking kunnen zoeken. Tegelijk breidden de Zwitsers ook het netwerk van verdedigingswerken uit. Op sommige plekken werden zelfs stukken snelweg geschikt gemaakt om in geval van nood als landingsbaan voor straaljagers te dienen, compleet met hangaars uitgehouwen in bergwanden

Wat zie je nog van al die bunkers?

Maar wat zie je nog van al die bunkers? Nou, niet veel! Veel van de bunkers liggen natuurlijk diep onder de bergen, maar de bunkers die bovengronds liggen, zie je makkelijk over het hoofd. De bunkers zijn namelijk geen grote grijze vierkante bouwsels, maar zijn vakkundig weggewerkt in het landschap. Bijvoorbeeld door ze ter vermommen als chalet. Wie zo’n chalet van dichtbij bekijkt, ziet opeens dat de ramen op de muur geschilderd zijn, soms nog wel voorzien van echte luiken.

Inmiddels is de militaire functie van veel van deze bunkers vervallen. Veel bunkers staan daardoor leeg, of hebben een andere bestemming gekregen. In veel bunkers zitten champignonkwekerijen, kaasfabriek, of als museum. Sommige bunkers zijn zelfs omgebouwd tot hotel, compleet met luxe restaurants.