M4 Sherman

De Sherman is, zoals alle Amerikaanse tanks, vernoemd naar een beroemde generaal. In dit geval de Amerikaanse generaal William T. Sherman, die tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog voor de Noordelijken vocht. De Sherman-tank en haar varianten zijn door de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog met succes ingezet.

De tank was erg hoog waardoor het een gemakkelijk doelwit was voor vijandelijke tanks en antitankgeschut. Daarnaast was de bepantsering, vooral aan de achterkant, erg dun waardoor de tank snel vlam kon vatten. Daarom werd deze tank door de Duitsers ook wel de ‘Tommy cooker‘ genoemd. Tommy was de bijnaam voor Britse militairen, die ook in de Sherman reden. De geallieerde militairen hadden een andere bijnaam, namelijk de ‘Ronson’ naar een bekend aanstekermerk. Hun slogan was – hoe toepasselijk – ‘Lights every time’.

De productie van de M4A1 tank begon in februari 1942 met een Britse opdracht. De eerste tanks werden gebouwd bij de Lima Locomotive Works (Ohio, USA); een maand later startte ook de productie bij ook bij de Pressed Steel Car Company (New Jersey, USA).

Gedurende de productie werden steeds aanpassingen gedaan. Zo vervielen in de loop van de tijd de vaste .30 machinegeweren in de romp en verviel de pistoolpoort aan de rechterzijde van de koepel. Ter bescherming van de luchtinlaat werd een stalen plaat aangebracht, 7.6 cm boven op het motordek. De aandrijving van de M4A1 gebeurde door middel van de Continental R975 C1.
Het type mistte in het begin nog de extra romppantser voor de transmissie aan de voorzijde. Latere modellen kregen ook een extra pantserplaat aan de zijkant, daar waar de granaten opgeslagen waren, maar deze plaat zou met de komst van de ‘Wet Storage’ weer verdwijnen. Latere modellen werden tevens uitgerust met een zogenaamd ‘gun traveling lock’ om tijdens verplaatsen het kanon vast te zetten. De sirene, die bij eerste modellen op het linkerspatbord zat, werd later verplaatst naar het midden van de rompplaat en met de komst van de ’traveling lock’ kreeg de sirene een plekje aan de bestuurderskant met een beschermbeugel.


Ook na de oorlog bleef de M4A1 (met in de loop der tijd nieuwe aanpassingen) in productie; de tank  werd  door een groot aantal landen aangekocht.

Technische gegevens van de M4A1(76)W:

Fabrikant:                                     Pressed Steel Car Company
Productie:                                    Totaal 3426 stuks (van jan.-’44 tot juli-’45)
Lengte:                                         6,20 meter (met kanon: 7,47 meter)
Hoogte:                                        2,97 meter
Breedte:                                       2,67 meter
Kanon:                                          76mm M1A
Munitie:                                        71 granaten
Penetratie:                                   93mm op 500 m., 88mm op 1.000 m. , 82mm op 1.500 m
Andere bewapening:                  1 x M2 .50, 2 x M1919 A4 .30
Gewicht:                                        34.800 kg (34,8 ton)
Motor:                                           9 cilinder Continental R975 C4
PK/omwentelingen:                    460 pk – 2400 tr./min.
Snelheid op de weg:                   34 km/h
Snelheid in het terrein:              24 km/h
Brandstofinhoud:                       796 liter
Actieradius:                                  161 km
Brandstofverbruik:                     494 liter voor 100 km

M4A4 Sherman production line in the Detroit Arsenal Tank Plant, Warren, Michigan (1942)


M4A4 Cutaway: 1 – Lifting ring, 2 – Ventilator, 3 – Turret hatch, 4 – Periscope, 5 – Turret hatch race, 6 – Turret seat, 7 – Gunner's seat, 8 – Turret seat, 9 – Turret, 10 – Air cleaner, 11 – Radiator filler cover, 12 – Air cleaner manifold, 13 – Power unit, 14 – Exhaust pipe, 15 – Track idler, 16 – Single water pump, 17 – Radiator, 18 – Generator, 19 – Rear propeller shaft, 20 – Turret basket, 21 – Slip ring, 22 – Front propeller shaft, 23 – Suspension bogie, 24 – Transmission, 25 – Main drive sprocket, 26 – Driver's seat, 27 – Machine gunner's seat, 28 – 75 mm gun, 29 – Drivers hatch, 30 – M1919A4 machine gun.


Er zijn diverse versies van de Sherman gebouwd. De M4 en de M4A1 waren vrijwel identiek met als belangrijkste verschil de geschutskoepel; deze was gelast of gegoten in het geval van de M4A1.

De M4A2 kreeg de GM 6046 dieselmotor. Deze tank werd ook geleverd aan de Sovjet Unie en aan de Britten. Het Amerikaanse leger heeft deze versie alleen gebruikt voor trainingsdoeleinden en niet in de strijd. Logistiek was het eenvoudiger om aan het front alleen voertuigen met benzienemotoren te gebruiken.

De M4A3 had een Ford-motor en deze versie werd het meest gewaardeerd. In maart 1945 werd voor de Easy Eight (M4A3E8) een nieuwe ophanging ontworpen (HVSS). Daardoor reed de tank sneller dan de tanks met de oudere ophanging. Deze ophanging is ook toegepast op de M40 en M43 gemechaniseerde artillerie. De M4A3 type tanks zijn bijna uitsluitend gebruikt in het Amerikaanse leger, ook na de oorlog.

De M4A4 kreeg de Chrysler A57 motor als krachtbron. De A57 bestond uit vijf zescilinder benzinemotoren die aan elkaar waren gemonteerd. Een zeer complex, zwaar en groot geheel die een 28 centimeter langere tank noodzakelijk maakte.

De M4A5 aanduiding was gereserveerd voor de Canadese Ramtank; deze was ontwikkeld in samenwerking met de Britten, ook op basis van de M3 Grant.
De eerste exemplaren werden uitgerust met een 75 mm-kanon dat projectielen afvuurde met een lage mondingsselheid waardoor de penetratiekracht van het projectiel tamelijk gering was. Later werd de Sherman voorzien van een effectiever 76 mm-kanon.
De Britten bewapenden sommige van hun tanks met het nog krachtiger 17 ponderkanon: de Sherman Firefley. Het hoge profiel maakte de Sherman nog steeds een gemakkelijk doelwit voor vijandelijke tanks en antitankkanonnen. De bepantsering, vooral aan de achterkant, was dun waardoor brandstof en motor en de hoog opgeslagen munitie snel vlam vatten. De Sherman kreeg daardoor de bijnaam Tommy cooker (soldatenbrader) omdat er zoveel tankbemanningen in verbrandden. Later in de oorlog werden waterzakken rond de munitie gehangen, een simpele maatregel waardoor de kans dat een tank na een voltreffer in brand vloog gereduceerd werd van 60% tot 15%. Versies van de Sherman met deze waterzakken kregen de toevoeging van de letter W.

De M4A6 kreeg ook een dieselmotor, maar hiervan zijn slechts 75 exemplaren gebouwd.

De Sherman hielp de geallieerden de oorlog te winnen, niet zozeer door haar technische kwaliteiten, maar door de geschiktheid voor massaproductie, waarin de Amerikaanse oorlogsindustrie superieur was.


Een Sherman in Normandië


M32B3 bergingstank in Oorlogsmuseum Overloon.


Sherman M4A3 met 105mm-houwitser en HVSS.


Motoren:


De Continental R-975 C1 stermotor werd oorspronkelijk gemonteerd op M4- en M4A1-tanks.
De C4 was een iets andere versie, met cilinders met een andere vorm. Later in de jaren vijftig herbouwde het Franse leger een reeks M4A4's, waarbij de originele Chrysler Multibank-motoren werden verwijderd en vervangen door Continental R-975 C1's. Deze tanks kregen de naam M4A4T (T staat voor Transformed).


De General Motors 6046-motor (2x GM 6-71 dieselmotoren) werd oorspronkelijk gemonteerd op M4A2-tanks en op M10 Tank Destroyers. 


Ford GAA V8 M4A3 tanks, M10A1 and M36 Tank Destroyers, M7B1 and M7B2 Priest SPGs


De Chrysler Multibank-motor werd oorspronkelijk geïnstalleerd in M4A4-tanks 


Onderstaand filmpje geeft de verschillende (geluiden) van de Sherman motoren weer: